Een neurogene blaas is een aandoening van de lagere urinewegen die wordt veroorzaakt door schade aan of ziekten van het zenuwstelsel.
Probleem
Bij veel patiënten met neurologische aandoeningen, waaronder multiple sclerose, de ziekte van Parkinson, ruggenmergletsel en spina bifida kan een neurogene blaas leiden tot problematische symptomen en complicaties, waaronder urine-incontinentie, frequentie en urgentie, samen met het risico op infectie. Infecties kunnen doordringen tot de bovenste urinewegen en nierziekten veroorzaken.
Een neurogene blaas kan ook aanzienlijke schaamte veroorzaken, wat resulteert in een sociaal isolement voor getroffen patiënten.
Schade aan of ziekten van het centrale zenuwstelsel (CZS), in het perifere of het autonome zenuwstelsel kan leiden tot neurogene blaasdisfunctie. Deze disfunctie kan ontstaan als gevolg van verschillende neurologische aandoeningen en is gevonden bij 40% tot 90% van de patiënten in de Verenigde Staten met multiple sclerose (MS), 37% tot 72% van de patiënten met de ziekte van Parkinson en 15% van de patiënten met hartinfarct.
Geschat wordt dat 70% tot 84% van de patiënten met ruggenmergletsel op zijn minst enige mate van blaasdisfunctie heeft. Blaasdisfunctie wordt ook vaak gezien bij patiënten met spina bifida, waarbij vesico-ureterale reflux aanwezig is bij maximaal 40% van de kinderen in de leeftijd van 5 jaar en bij maximaal 60,9% van de jonge volwassenen met spina bifida die last hebben van urine-incontinentie.
Hinderlijke urinaire symptomen geassocieerd met een neurogene blaas omvatten urine-incontinentie (UI), frequentie en urgency. Patiënten kunnen ook een verhoogd risico en incidentie hebben van urineweginfecties (UWI's) en obstructie van de blaasuitgang.
Management & Behandeling
Behandelingen voor de neurogene blaas kunnen zijn: gedragsverandering, oefeningen voor de bekkenbodemspieren, elektrische stimulatie, medicamenteuze therapie, katheterisatie of soms een operatie.
Gedragsverandering. Het gaat hierbij om plassen op gezette tijden of blaastraining. Dit kan problemen veroorzaakt door een overactieve blaas verminderen. Het combineert wilskracht en oefening. De patiënt wordt gevraagd een mictiedagboek bij te houden, waarin dagelijks de hoeveelheid en het tijdstip van vochtinname, het tijdstip van plassen en de perioden van urineverlies worden bijgehouden. De gedachte daarachter is om de hoeveelheid tijd tussen twee micties geleidelijk te vergroten en een grotere blaascapaciteit te bereiken. Episoden van urgency, frequency en nycturie zullen verbeteren. Het duurt ongeveer 4 weken voordat een blaastrainingsprogramma werkt – uiteraard alleen als het geschikt is voor de persoon.
Elektro-stimulerende therapie. Elektrische stimulatie wordt gebruikt bij de behandeling van stress-incontinentie, aandrangincontinentie en gemengde incontinentie. Het kan ook worden gebruikt voor blaasledigingsproblemen veroorzaakt door een zwakke mictiereflex en een te traag werkende blaasspier. Het doel van de elektrische stimulatie is om de functie van de normale zenuwen te versterken om de blaasfunctie te regelen.
Het is belangrijk om te weten dat er verschillende opties zijn in elektrische stimulatie, zoals TENS, IVES, sacrale neuromodulatie en SARS.
Medicamenteuze therapie. Er zijn nog geen medicijnen die zich richten op specifieke spieren zoals de sluitspier. Er zijn echter klassen medicijnen die spierspasmen en tremoren verminderen en andere medicijnen die contracties kunnen veroorzaken. Deze kunnen soms effectief zijn bij geschikte neurogene blaasaandoeningen.
Katheterisatie. Katheterisatie wordt gebruikt om de blaas volledig te kunnen legen, dit kan intermitterend of met een verblijfskatheter.
Urine-omleiding. Creëert een stoma waardoor urine wordt afgevoerd naar een opvangzak.